Voedsel en mineralen als medicijn.
Met de term “orthomoleculair” wordt bedoeld dat bij deze therapie gebruik wordt van zogenoemde “optimale” concentraties van voedingsstoffen zoals vitamines, mineralen, aminozuren en essentiële vetzuren om het herstel van een ziekte te bevorderen.
Het centrale idee van de orthomoleculaire geneeskunde is dat er verschil gemaakt kan worden tussen:
– Lichaamseigen stoffen, die het lichaam ondersteunen en het lichaamseigen natuurlijke genezingsproces stimuleren.
– Lichaamsvreemde stoffen, die afweerreacties van het lichaam oproepen.
Bij de orthomoleculaire therapie wordt gestreefd naar “optimale” concentraties voedingsstoffen in het lichaam,
die men probeert te bereiken met doseringen die vaak boven de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden uitkomen.
Bij orthomoleculaire therapie wordt ervan uitgegaan dat voedingsstoffen beter in de stofwisseling passen dan geneesmiddelen. Voedingstoffen zijn stoffen waar het lichaam in de loop der evolutie mee vertrouwd is geraakt – iets dat niet geldt voor welk middel dan ook, dat bijvoorbeeld 30 jaar geleden werd ontwikkeld. De orthomoleculaire leer gaat overigens niet voorbij aan het belangrijke adagium van de toxicologie dat alle stoffen per definitie schadelijk kunnen zijn, afhankelijk van onder meer dosis, concentratie, toedieningsweg en fysische toestand. Een gegeven waarbij iedere geneeskundige altijd rekening mee dient te houden.