Kruiden met genezende werking en de biologische kracht van planten en mineralen.
Fytotherapie/kruidengeneeskunde is een geneeskunst die gebruik maakt van de heilzame werking van planten en kruiden bij het behandelen van gezondheidsklachten en ziekten.
Sinds mensenheugenis is bekend dat bepaalde planten een geneeskrachtige werking kunnen hebben en al even lang wordt daar gebruik van gemaakt. Deze oermedicijnen hadden en hebben wel enkele belangrijke nadelen, zoals:
– De variatie in de kwaliteit van de grondstoffen waardoor het moeilijk is/was de juiste dosis vast te stellen.
– De plantaardige materialen zijn niet het gehele jaar beschikbaar waardoor het dient te worden geconserveerd (d.m.v. bijvoorbeeld drogen) waarmee de geneeskundige werking kan veranderen.
– De kans op het bijwerkingen is aanwezig, zoals allergische huidreacties.
Echter door de opkomst van de fytochemie werd het mogelijk de werkzame stof(fen) uit het plantenextract te isoleren, en de plantaardige geneesmiddelen te normeren (van jaar tot jaar van gelijke sterkte te maken), waarmee de bovenstaande bezwaren gedeeltelijk werden overwonnen.
Speciale (fyto)therapievormen die in de westerse natuurgeneeskunde veel voorkomen zijn:
* Aromatherapie (de gebruikte fytotherapeutica bestaan uit door middel van destillatie geïsoleerde etherische oliën welke zowel uit- als inwendig gebruikt worden; vaak speelt massage een belangrijke rol)
* Bloesemtherapie (Bach-remedies, dit zijn zeer sterk verdunde extracten van bloemen, waarbij de materiële basis voor het geclaimde effect lijkt te ontbreken, de therapie is dan ook eerder als een bijzondere vorm van homeopathie dan als fytotherapie te beschouwen)
* Gemmotherapie (hierbij bestaan de gebruikte fytotherapeutica uit glycerine-alcohol maceraten van snel delende weefsels (knoppen, topmeristeem e.d.)
Fytotherapeutica zijn geneesmiddelen die als actieve ingrediënten uitsluitend planten, delen van planten of plantenmaterialen of combinaties daarvan bevatten, in ruwe of bewerkte staat.